Zowel de buxusmot als de buxusschimmel overleven het composteerproces niet.
Groenafval van buxus met buxusmot moet niet blijven liggen, maar zo snel mogelijk worden afgevoerd naar een composteerinrichting. Het is belangrijk dat deze restanten goed worden gecomposteerd, omdat de eitjes, rupsen en poppen nog een tijdje kunnen overleven en de buxusmot zelf kilometers vliegend kan afleggen. Het materiaal moet zo kort mogelijk blijven liggen op het composteerterrein – in België staat hier de officiële termijn van maximaal twee weken voor. Vervolgens bieden de hoge temperaturen die tijdens het composteringsproces ontstaan, garantie voor het afdoden van de verschillende stadia van de buxusmot. De houtige resten kunnen niet worden verhakseld en gebruikt als bijvoorbeeld houtchips of mulchmateriaal omdat er dan risico op verspreiding blijft bestaan.
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de buxusziekte eveneens het composteringsproces niet overleeft. Buxusziekte, veroorzaakt door Calonectria pseudonaviculata, is een verwoestende schimmelziekte van de buxus. Vastgesteld is dat blootstelling aan temperaturen van 50 C gedurende 24 uur of langer, en die blootstelling in een composteersysteem gedurende 48 uur of langer bij 40 C de schimmel doden. Meer informatie over dit onderzoek >