Houtige biomassa voor energieproductie
Groenafval bevat een aanzienlijk deel houtig materiaal, onder meer snoeihout, boomstobben en hout afkomstig van groenonderhoud. Sinds een aantal jaren wordt een groot deel van dit materiaal opgewerkt tot brandstof voor bio-energiecentrales. De belangrijkste brandstofvormen zijn houtchips en houtshrips (shreds). Een beperkt deel van het hout wordt ingezet als grondstof voor torrefactie en pyrolyse-processen.
Van groot belang is dat de herkomst en de toepassing van de biomassa aantoonbaar duurzaam is. Om dit te borgen zijn partijen die biomassa innemen, bewerken en als brandstof leveren aan bio-energiecentrales gecertificeerd conform het BetterBiomass (voorheen NTA 8080) schema.
Concurrentie om hout: grondstof voor compostproducten of brandstof
Inzet van hout als brandstof is aantrekkelijk door de SDE+ subsidie die bio-energiecentrales ontvangen voor de geproduceerde hernieuwbare energie. Deze subsidie verhoogt de waarde van de houtige brandstof. Voor partijen die organische reststromen opwerken is dit een aantrekkelijke inkomstenbron.
De keerzijde is dat door het gebruiken van snoeihout voor brandstof er veel minder hout overblijft voor andere, hoogwaardige toepassingen, bijvoorbeeld als grondstof voor vezels of als structuurmateriaal voor compostproductie. Voldoende hout is met name belangrijk bij de productie van de meest hoogwaardige compostproducten, dat wil zeggen voor teeltsubstraten voor de professionele en consumentenmarkt.