De gevolgen van EUDR voor BVOR-leden

Op 30 december 2025 treedt de EU -Verordening inzake Ontbossingsvrije-producten in werking, kort gezegd de ‘EUDR’ of EU-Ontbossingsverordening. Overleg tussen BVOR en NVWA heeft duidelijkheid opgeleverd over de interpretatie van de EU-Ontbossingsverordening (EUDR). Shreds en chips gemaakt uit houtstromen die classificeren als afvalstof zijn uitgezonderd van de EUDR.

Onderstaande informatie is bedoeld om leden te helpen vaststellen of zij verplichtingen hebben onder de EUDR, en zo ja welke.

Meer informatie over toepassingsgebied en werking van de EUDR is te vinden op de website van de NVWA. Ook is daar een zogenaamde regelhulp te vinden, waarmee bedrijven kunnen toetsen of zij plichten hebben onder de verordening.

Het BVOR-Verenigingsbureau heeft de beschikbare informatie voor u samengevat vanuit het perspectief van de branche.

Naar samenvatting >

Leden en partners in de keten bleken sterk de behoefte te hebben aan meer duidelijkheid en bevestiging van de uitzonderingen die gelden voor hout onder de EUDR.

De belangrijkste vragen die werden gesteld:

  • In hoeverre heeft de EUDR consequenties voor de leden van de BVOR?
  • Classificeren shreds en chips uit o.a. landschapsbeheer onder de EUDR als een afvalstof of niet?

Het BVOR-Verenigingsbureau heeft de materie bestudeerd en gesproken met onder andere het ministerie van LVVN, energieproducent Eneco, schemabeheerder Better Biomass, advocatenbureau Van Iersel Luchtman Advocaten, de branchevereniging voor ondernemers in de bos- en houtsector (AVIH) en de verantwoordelijke inspecteurs van de NVWA.

In maart 2025 heeft de BVOR een webinar georganiseerd waarin leden en begunstigers vragen konden stellen aan de verantwoordelijke inspecteur van de NVWA. Naar aanleiding van het webinar en in nader overleg met de BVOR heeft de NVWA navraag gedaan in relevante gremia op nationaal en Europees niveau over bovenstaande twee vragen.

De NVWA heeft op basis van de ontvangen feedback het vraagstuk van recycling onder de EUDR onder de loep genomen en bevestigd dat “de verordening in zijn originele staat voldoende houvast geeft om te zorgen dat producten die worden gemaakt van gerecyclede materialen niet onder de verordening vallen”, onder verwijzing naar bijlage 1 en preambulaire overweging 40 van de verordening.

Volgens de NVWA betekent dit concreet dat als materiaal bij een afvalverwerker is aangeboden als afval en er nadien een product van wordt gemaakt, zoals bedoeld in de verordening (categorie 4401 in bijlage 1 noemt energiepellets, houtchips en -shreds), het materiaal niet onder de verordening valt. De autoriteit benadrukt dat het materiaal dan dus wel eerst bij een afvalverwerker (of milieustraat) moet worden aangeboden.

Mochten bedrijven met houtachtige materialen of stromen werken die niet de status van afval hebben, dan valt het materiaal wel onder de werking van de EUDR en moeten bedrijven aantonen dat het materiaal ‘ontbossingsvrij’ is. Zij hebben dan de plicht om een zorgvuldigheidsstelsel (‘due diligence system’ of DDS) in te richten en/of toe te passen. De NVWA benadrukt dat een dergelijke plicht verder gaat dan uitsluitend certificering, dat zij ziet als een van de “mitigerende maatregelen” die getroffen kunnen worden onder een door marktpartijen opgezet DDS.

Meer informatie over het opzetten van een DDS vindt u op deze webpagina van de NVWA. De NVWA werkt daar verder uit – mede op basis van een aantal proefinspecties in het voorjaar van 2025 – wanneer en hoe een DDS moet worden ingericht.

De BVOR voert momenteel overleg met de certificaatbeheerders van Better Biomass om te bezien of en zo ja hoe de elementen van het zorgvuldigheidsstelsel voor REDDIII ook kunnen worden toegesneden op de EUDR. Dat voorstel heeft de BVOR gedaan met de bedoeling dubbele administratieve stromen te voorkomen.

Het Better Biomass-certificaat kan worden gebruikt door bedrijven om aan te tonen dat de biomassa die zij produceren, verwerken, verhandelen en/of toepassen voldoet aan internationale duurzaamheidscriteria en eisen van goed ketenbeheer. Deze zijn vastgesteld door een breed samengestelde werkgroep onder begeleiding van NEN en gepubliceerd in de Schemadocumenten van Better Biomass. Bedrijven die het certificaat willen behalen moeten een proces doorlopen, dat is uitgewerkt in een stappenplan.

De BVOR raadt haar leden die biomassa produceren, verwerken, verhandelen en/of toepassen ten sterkste aan om zich aan te melden voor dit certificaat.

BVOR-leden of begunstigers die nog vragen of suggesties hebben, kunnen contact opnemen met het Verenigingsbureau via 0317 42 67 55 of info@bvor.nl

BVOR-Demodagen 2025

De BVOR-Demodagen vinden plaats op 14 en 15 mei 2025

Blijf op de hoogte

Ontvang maandelijks het
BVOR-nieuws in je inbox.

Teeltsubstraten

Naar meer compost in teeltsubstraten

Erkende verwerkers invasieve exoten

Veilige verwerking van de plantenresten

Kies voor een cursus
bij de BVOR

en blijf  op de hoogte
van actuele thema’s.