Samenvatting EUDR vanuit het perspectief van de BVOR

Het BVOR-Verenigingsbureau heeft de beschikbare informatie over de EU-Ontbossingsverordening (EUDR) hieronder voor u samengevat. Deze samenvatting betreft een eigen perspectief, waaraan geen rechten of garanties kunnen worden ontleend.

De EUDR heeft twee hoofddoelen:
1. het stimuleren van legale handel in ‘ontbossingsvrije’ grondstoffen en producten binnen de EU;
2. het beperken van handel in producten en grondstoffen die verband houden met ontbossing of bosdegradatie.

Onder de EUDR vallen meerdere ‘relevante grondstoffen en producten’, te weten runderen, palmolie, soja, cacao, koffie, rubber en hout. Aanbod en handel van deze relevante grondstoffen en producten is verboden, tenzij zij:
a. ontbossingsvrij zijn,
b. zijn geproduceerd conform wetgeving van het land van productie,
c. vergezeld gaan van een zorgvuldigheidsverklaring.

Deze ‘verboden, tenzij’-formule betekent dat de bewijslast bij de markt (deelnemers en handelaren) ligt. Marktdeelnemers moeten zelf een stelsel van due diligence opzetten, handelaren mogen due diligence-verklaringen van leveranciers gebruiken.

De verordening geldt voor zowel grondstoffen en producten die binnen de EU zijn geproduceerd en worden geëxporteerd, als voor grondstoffen en producten die van buiten de EU komen en worden geïmporteerd.

De EUDR heeft een rechtstreekse werking in Nederland. De handhaving ligt bij de NVWA en de douane, inclusief de mogelijkheid om boetes en handelsbeperkingen op te leggen. Het ministerie van LVVN is beleidsverantwoordelijk.

In bijlage 1 van de EUDR (onder de tekst van de verordening) worden bepaalde afvalstromen uitgezonderd van de werking van de Verordening: “goederen die volledig zijn vervaardigd uit materiaal dat zijn levenscyclus heeft voltooid en anders als afvalstof zou zijn verwijderd (behalve voor bijproducten van een productieproces, indien bij dat proces materiaal werd gebruikt dat geen afvalstof was)”.

De bijlage specificeert ook welke goederen vallen onder ‘hout’: o.a. brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen” (HS code 4401). Ook vezelplaten, multiplex, geperst hout worden genoemd.

Om buiten de werking van de EUDR te vallen moeten marktdeelnemers en/of handelaren dus aantonen dat hun stroom de status van afval heeft.

Een andere mogelijkheid is dat wordt aangetoond dat de stroom niet uit bos afkomstig is (‘ontbossingsvrij’).

Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de opslag van houtsnippers, omdat houtsnippers vaak niet naar oorsprong worden gesorteerd op verwerkingslocaties (gemengd bos, stad, landschapselementen) en dus niet altijd kan worden vastgesteld of een partij uit bos afkomstig is of niet.

Dan kan er dus sprake zijn van een bewijslast voor betrokken marktdeelnemers en handelaren. Dit geldt dus alleen voor materiaal dat niet de status van afval heeft. Indien kan worden aangetoond dat het materiaal afvalstatus heeft, valt het materiaal buiten het toepassingsgebied van de EUDR.