RHP verkent de grenzen van de maximale doseringen RHP-compost in substraten met behoud van de kwaliteit van de RHP-gecertificeerde producten voor gebruikers. Dit is in lijn met het convenant ‘Milieu-impact potgrond en substraten’, waarin een brede coalitie, waaronder de BVOR, doelen heeft afgesproken om het aandeel hernieuwbare substraatgrondstoffen gefaseerd te verhogen. Compost is één van de nu al beschikbare hernieuwbare grondstoffen.
Het RHP-keurmerk monitort de kwaliteit van teeltmedia in de keten, van grondstofwinning tot bewerking en aflevering bij de gebruiker op het bedrijf.
RHP heeft de maximale dosering RHP-compost verhoogd naar 40 procent in potgronden voor consumenten (RHP Consumer-keurmerk) en 30 procent in professionele substraten (RHP Horticulture-keurmerk). Dit zijn de geactualiseerde normen uit module 430 van het RHP-productcertificatieschema, die per 1 mei zijn ingegaan.
Waarom een maximale dosering?
Er bestaat voor het RHP-keurmerk een maximale dosering voor de substraatgrondstof compost, omdat deze reststroom bijvoorbeeld hoge(re) concentraties van bepaalde voedingselementen kan bevatten. Dit kan in een substraat effect hebben op de teelt, als daar geen rekening mee wordt gehouden. De maximale dosering RHP-compost die in een RHP-gecertificeerd substraat mag worden toegepast, wordt bepaald op basis van een plantresponstest en een analyse van de chemische samenstelling. Een gecertificeerd bedrijf classificeert de hoogwaardige compost in een bepaald voedingsniveau, waarover hij zijn afnemers schriftelijk informeert.
Halffabricaten met compost
Een halffabricaat is een mengsel van één of meer materialen dat daarna als één component in een substraat wordt toegepast. “Halffabricaten met compost kunnen worden doorontwikkeld om bij te dragen aan een groter aanbod aan hernieuwbare grondstoffen op de langere termijn”. Dit staat in de hoofdconclusie van het onlangs gepubliceerde rapport ‘Hernieuwbare grondstoffen voor groeimedia’ van Wageningen University & Research (WUR). RHP-gecertificeerde halffabricaten bestaan nu uit compost en houtvezel. RHP wil hiervoor ook andere materialen in beschouwing gaan nemen, dus compost met een andere (beschikbare of toekomstige) hernieuwbare grondstof. Hier gaat eerst een uitgebreidere risico-inventarisatie aan vooraf.
Hygiënisatie nieuwe grondstoffen
Composteren is een biologische en voordelige manier om pathogenen in materialen af te doden. RHP wil onderzoeken of andere, hernieuwbare grondstoffen geschikt zijn voor ‘meecomposteren’ en zo worden gehygiëniseerd. Deze nieuwe grondstoffen moeten/kunnen zelf niet composteren en dat is ook niet het doel hiervan. Het gaat erom dat de nieuwe grondstof zodanig wordt gehygiëniseerd, dat deze kan worden toegepast in substraten. Bij ‘meecomposteren’ wordt een nieuwe grondstof gemengd met een groenstroom (grondstofstroom voor compostering) en doorloopt het volledige composteringsproces mee. Een andere mogelijkheid kan zijn om de nieuwe grondstof in een latere fase van het composteringsproces pas door te mengen. Deze nieuwe grondstoffen en ook de substraten waarin deze worden verwerkt, vallen dan overigens nog niet onder het RHP-keurmerk. Daarvoor moet eerst de route naar certificering worden doorlopen.