Het antwoord op de vraag naar het verduurzamen van substraten vraagt volgens Klasmann-Deilmann om een integrale aanpak in de hele keten. De samenstelling van het beste substraat met de laagste CO2 uitstoot is per teelt afhankelijk. En dat vraagt om kennis van de teelt, van de groeimedia én grip op grondstoffen.
Telers en kwekers zoeken in toenemende mate naar goede, meer klimaat-neutrale substraten. In die zoektocht worden ze gestimuleerd door vragen van de retailer, regelgeving en consument. Ook ketenpartners van Klasmann-Deilmann dragen vanuit hun filosofie bij aan deze klimaat-neutrale zoektocht.
Neutrale footprint
Rens Jacobs van Bol Peat, onderdeel van de Klasmann-Deilmann groep, licht de bewuste grondstofkeuze toe: ‘Voor onze afnemers is leverbetrouwbaarheid ons belangrijkste speerpunt. Dan heb je het over kwaliteit, hoeveelheid en tijd. Het vinden van het best passende antwoord op de vraag van de eindklant zien we als een van onze taken. We richten ons niet op één grondstof, het gaat ons om een zo neutraal mogelijke footprint als resultaat.’
Werk aan de winkel
Ook BVOR-lid Olde Bolhaar Eco-Service, joint venture partner van de Klasmann-Deilmann groep, levert alternatieve grondstoffen. Christiaan Olde Bolhaar: ‘Wij produceren vanuit de circulaire gedachte onder andere houtvezel uit het resthout van onze eigen houtzagerijen. Daarnaast is compost ook een grondstof die we leveren.’ Die compost is RHP gecertificeerd en de certificering voor de CO2 footprint is opgestart: ‘De internationale certificering van alternatieve grondstoffen bewijst dat we doen wat we zeggen en garandeert de ecologische, sociale en economische duurzaamheid. Zo werken we mee aan de duurzame belofte van onze klant.’
Innovatie en ontwikkeling zijn aan de orde van de dag. ‘Het is continu werk aan de winkel en werken aan je winkel. Natuurlijk zijn we zelf ook enorm in ontwikkeling. De verlaging van de CO2-footprint heeft ons getriggerd om te kijken naar de mogelijkheid voor de productie van biochar. Deze bodemverbeteraar houdt namelijk het in proces opgeslagen CO2 vast en dus komt het niet vrij. Daarnaast kunnen we deze duurzame restwarmte gebruiken voor het verwarmen van woningen en interne productieprocessen. Deze ontwikkeling hopen we begin volgend jaar te kunnen starten.
Beste van beide werelden
Consument en ondernemingen zijn steeds meer gewend aan levering on demand. Het kunnen overstappen op een duurzamere alternatieve grondstof heeft een leercurve. Rigoureuze wijzigingen hebben een hoog risico, zeker met de wet van de grote getallen. Dit vraagt aan de voorkant om innovatie en proefopstellingen voor de optimale toepassing. Bij de ondernemer vraagt het ook een betere planning in verband met de beschikbaarheid van het product en het optimale transport. Jacobs sluit af: ‘De consument of retailer mag zich ook realiseren dat álles dat zij doen op een wijze belastend is voor het milieu en dat het zoeken blijft naar het beste van beide werelden, namelijk beschikbaarheid versus minimale milieu-impact.’