Ab-initio BioEnergy Loop (ABEL)

Dit project is onderdeel van het overkoepelende Routes by Consortia, waar 14 thema’s onder vallen. Het specifieke thema van dit project is “Ab-initio circular materials design“. 

Het Nederlandse land- en tuinbouwareaal beslaat 47,1%. Het grootste deel van het landbouwafval is afkomstig van granen, aardappelen en suikerbieten op akkerland. Veel van deze reststoffen kunnen worden gebruikt om te voldoen aan de groeiende vraag naar biobased brandstoffen en materialen, maar het grootste deel blijft op het land liggen om bij te dragen aan de organische stof in de bodem en koolstofvastlegging, wat ook kan leiden tot N2O-uitstoot. Volgens recente gegevens gebruikt Nederland 60% van de uit het buitenland geïmporteerde biomassa voor energie en materialen. De vraag naar biomassa voor deze toepassingen zal naar verwachting tegen 2030 verdubbelen. Openbare gronden in de voedselgebieden van de Nederlandse Rijntakken zouden een nieuwe bron van droge biomassa (370 kiloton) kunnen vormen. 

Dit project beoogt het resterende biomassapotentieel van Nederland en de nieuwste ontwikkelingen in katalyse en thermochemische technologieën te benutten om de nadelen van een lineaire economie die afhankelijk is van fossiele brandstoffen en kritieke grondstoffen te verzachten. Het project stelt nieuwe manieren voor om biomassa-afval te depolymeriseren tot kosteneffectieve chemische bouwstenen met een lage energie- en milieu-impact.
Het initiatief omvat drie werkpakketten: 
i) Uitgebreide inzameling en analyse van Nederlands restbiomassa-afval voor de productie van meerdere producten. Dit afval wordt gecategoriseerd op basis van het gehalte aan lignine, cellulose, hemicellulose en anorganische stoffen. Deze scheiding is fundamenteel voor de toepassing van twee verschillende valorisatieroutes, waarbij vezelafval via monomeren die in een volgend werkpakket worden gegenereerd, wordt hergebruikt tot composieten. 
ii) Vocht en anorganische stoffen beïnvloeden de valorisatie van biomassa; daarom zullen pyrolyse en katalytische hydrothermische liquefactie worden toegepast. Deze routes richten zich op het genereren van waardevolle chemische bouwstenen door depolymerisatie van biomassa-afval. Deze bouwstenen leveren biobrandstoffen op voor toepassingen in de auto-industrie, de scheepvaart en de luchtvaart. Bijproducten van deze processen worden gebruikt om bodemactieve humuszuurverbindingen te maken, die de landbouwproductie verhogen door plantenecosystemen te voorzien van ijzer, fosfor en stikstof. Ook worden ze gebruikt als duurzame additieven voor bestrating, cosmetica, kunststoffen en composieten, wat de veelzijdigheid van elke vorm van Nederlandse biomassa aantoont. 
iii) Om transparantie te waarborgen en bewustzijn te bevorderen, zullen levenscyclusanalyses en techno-economische studies van de processen worden uitgevoerd. De bevindingen zullen openbaar toegankelijk worden gemaakt via verschillende verspreidingskanalen, waaronder lezingen, workshops en tijdschriften. Dit initiatief richt zich niet alleen op milieuoverwegingen, maar stimuleert ook economische innovatie en schept een precedent voor door de natuur geïnspireerde circulariteit.
Er wordt in dit onderzoek ook gekeken naar de vervuiling van gft of glastuinbouwafvalstromen die naar de composteerder gaan. Daardoor is dit onderzoek ook voor de BVOR interessant. De BVOR vertegenwoordigt immers het merendeel van de professionele bio-afvalverwerkingsfaciliteiten in Nederland. De leden van de BVOR verwerken gezamenlijk ongeveer 2 miljoen ton groenafval en 1 miljoen ton huishoudelijk en commercieel bioafval per jaar, waarmee ze ongeveer 75% van de totale (groenafval)markt in Nederland voor hun rekening nemen. 

Het consortium omvat medefinanciers zoals afvalverwerkers (PreZero), biocharproducenten (Perpetual Next) en biocomposietproducenten (NPSP). Wat betreft samenwerkingspartners omvat het consortium samenwerkingsverbanden zoals de Federatie Bio-economie Nederland (FBN), Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR), Vereniging Afvalbeheer Nederland (DWMA) en Amsterdam Green Campus.

Betrokkenheid BVOR

Dit project loopt van eind 2025 tot 2029. De BVOR is in-kind betrokken bij dit project. Het projectvoorstel is ondertekend eind 2024 en het project moet nog officieel van start gaan. Op 15 mei zal Sanne Kaasjager een van de 5 sprekers in een interview zijn om het NWA-ORC committee te overtuigen dit project te steunen. 

Meer informatie

Ab-initio circular materials design | NWO 

Erkende verwerkers invasieve exoten

Veilige verwerking van de plantenresten

BVOR-Demodagen 2025

De BVOR-Demodagen vinden plaats op 14 en 15 mei 2025

Blijf op de hoogte

Ontvang maandelijks het
BVOR-nieuws in je inbox.

Teeltsubstraten

Naar meer compost in teeltsubstraten

Kies voor een cursus
bij de BVOR

Met onze cursussen
blijf je op de hoogte
van de actuele thema’s.