Het doel van dit project is het gericht toepassen van composten in inerte en organische substraatteelten ter verhoging van de weerbaarheid tegen ziekten en plagen. Het beheersen van verschillende ondergrondse ziekten, zoals Pythium, Fusarium en Phytophthora, blijft een uitdaging. Bovengronds zorgen meeldauw, bladluis en trips vaak voor chemisch ingrijpen. Rijpe compost kan weerbaarheid van substraten (zowel inert of organisch), maar ook de weerbaarheid van planten verhogen. Composten verschillen erg in eigenschappen vanwege verschillen in uitgangsmaterialen en duur en temperatuur van het composteringsproces. In dit project ontwikkelen we indicatoren die de potentie van composten t.a.v. weerbaarheid tegen verschillende pathogenen en plagen voorspellen. Daarnaast onderzoeken we hoe breed de werking van composten ten aanzien van ziekten en plagen is. Zijn er specifieke compost-pathogeen combinaties die succesvol zijn of is de werking meer algemeen. Ook onderzoeken we of indicatoren dit kunnen voorspellen. Het einddoel is om indicatoren te verkrijgen die ondersteunend zijn bij de beslissing welk compost moet worden gekozen bij welk gewasbeschermingsvraagstuk. Deze indicatoren zijn een onafhankelijke maat voor de kwaliteit van compost t.a.v. weerbaarheid. Ze zorgen daarom voor transparantie in de keten. De inzet van compost ter verhoging van de weerbaarheid zorgt ervoor dat de glastuinbouwsector minder afhankelijk wordt van chemische gewasbescherming. Ook kan het de overgang naar hernieuwbare substraten versnellen en/of verbeteren.
Het doel van dit project is het verhogen van de substraat- en plantweerbaarheid door gericht toepassen van composten in substraatteelten. Door ontwikkeling van indicatoren komt er een objectieve meting die de potentie van composten t.a.v. weerbaarheid weergeeft. Dit leidt tot transparantie in de keten, en is ondersteunend in de keuze van de teler welk compost te gebruiken bij welk gewasbeschermingsvraagstuk. Gericht inzetten van composten is onderdeel van een ‘weerbaar telen’ strategie waarin ziekten en plagen preventief worden aangepakt, waardoor er minder gewasbeschermingsmiddelen hoeven te worden ingezet. Ook zorgt gerichte inzet van compost ter verhoging van de weerbaarheid voor toename van gebruik van hernieuwbare grondstoffen in de glastuinbouw. Dit omdat de nattere en fijnere compost goed combineert met andere grovere/drogere hernieuwbare grondstoffen.
Update 1 mei 2025
Op 3 februari was de startmeeting van het project, op dit moment word gewerkt aan de plan van aanpak voor het bemonsteren van de composten. Donderdag 8 mei is de volgende vergadering waarin werkpakket 1 wordt besproken.
Betrokkenheid BVOR
Dit project loopt van het tweede kwartaal van 2025 tot eind 2028. De BVOR is betrokken bij dit project en het onderzoek richt zich op RHP gecertificeerde compost.