De BVOR adviseert bevoegde gezagen en composteerbedrijven in de factsheet ‘Geuremissies groencomposteringen’ om bij het opstellen of actualiseren van vergunningvoorschriften aan te sluiten bij de systematiek van de vroegere Bijzondere regeling G2 – Compostering van groenafval.
Sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit milieubeheer (2013) en later de Omgevingswet (2024) is de Bijzondere regeling G2 – Compostering van groenafval uit de voormalige Nederlandse Emissierichtlijn Lucht (NeR) komen te vervallen. Deze bijzondere regeling bevatte voorschriften rond geuremissies van groencomposteerbedrijven en heeft jarenlang succesvol gefunctioneerd. Het was een praktisch bruikbaar instrument voor bedrijven en toezichthouders.
In de Omgevingswet geldt de zorgplicht om geurhinder te voorkomen. Daarnaast bevat het Besluit Activiteiten leefomgeving (Bal) geurvoorschriften voor specifieke milieubelastende activiteiten.
Het volgen van de vroegere Bijzondere regeling G2 – Compostering van groenafval biedt:
- praktisch uitvoerbare en toetsbare voorschriften, gebaseerd op procesbeheersing;
- consistentie en rechtsgelijkheid tussen composteerinrichtingen;
- voldoen aan de Europese BAT-verplichtingen onder de Omgevingswet.
Door deze benadering te hanteren, blijft een bewezen werkend systeem beschikbaar voor zowel bedrijven als toezichthouders.
Deze factsheet biedt een handreiking aan bevoegde gezagen om – binnen de kaders van de Omgevingswet en de Europese BAT-conclusies – aan te sluiten bij de systematiek van de voormalige Bijzondere regeling G2. De oorspronkelijke regeling is als bijlage in de factsheet opgenomen.