Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven en BVOR organiseerden 9 februari 2023 voor hun gezamenlijke achterbannen in Renswoude een symposium over de volgende vraag: ‘Compost, meer dan alleen organische stof?’. Drie onderzoekers die de uitkomsten presenteerden van diverse onderzoeken onderstreepten het positieve antwoord op die vraag. De kracht van compost ligt met name in de aanvoer van effectief organische stof, maar compost is ook van toegevoegde waarde in het samenspel tussen fysische, chemische en biologische eigenschappen.
Onderzoek in relatie tot (effectief) organische stof domineerde voorheen de wetenschapsagenda. De laatste jaren is een verschuiving zichtbaar in wetenschappelijk onderzoek wat weer veel nieuwe interessante resultaten oplevert. Actuele onderwerpen zijn bijvoorbeeld fosfaatbinding in compost, stikstofbinding in de bodem, kleihumuscomplexvorming, beschikbaarheid van (micro)nutriënten en de mineraliseerbaarheid van organische stof. De Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven en de BVOR leveren al jaren een actieve bijdrage aan diverse onderzoeken vanuit hun eigen ‘onderzoeksprogramma compost’. Met de organisatie van het symposium ‘Compost, meer dan alleen organische stof’ wilden beide verenigingen een aantal van deze onderzoeksresultaten delen en de nieuwste ontwikkelingen toelichten.
‘Organische stof komt te voet en gaat te paard’
Marjolein Hanegraaf van Wageningen Plant Research nam de toehoorders mee in de resultaten van acht jaar innovatie-onderzoek op zand- en dalgrond. Een van de onderzochte maatregelen in de akkerbouw is de aanvoer van compost. De laatste jaren zijn steeds meer inzichten gekomen in de betekenis van labiele en stabiele organische stof. Steeds vaker komt naar voren dat jong organische stof leidt tot meer microbiële activiteit en een stabielere bodem. Compost levert een duidelijke bijdrage aan de hoeveelheid organische stof en de kwaliteit en dynamiek van de organische stof in de bodem. Een herwaardering en ontwikkeling van kengetallen voor de aanvoer van organische stof is nodig, legt Hanegraaf uit. ‘Organische stof komt te voet en gaat te paard’, beschrijft ze het proces over aanvoer en afbraak van organische stof. Regelmatige aanvoer van organische stof voor agrariërs is daarom nodig. Ze sluit af met het toekomstperspectief dat zij ziet in innovatieve meetmethoden voor met name de bodembiologische parameters om betere voorspellingen te kunnen doen over mineraliseerbaarheid en koolstofopbouw.
‘De toevoegde waarde van ‘onbekende’ micro-organismen in compost’
Naast organische stof zijn de micro-organismen in organismen van grote waarde, aldus de tweede spreker van het symposium: Paul Bodelier van onderzoeksinstituut NIOO-KNAW. Zo bezit met name groencompost bacteriën die het broeikasgas methaan kunnen afbreken, niet alleen in composthopen maar ook nadat de compost op de bodem is gebracht. Hij legt uit dat compost vol zit van ‘onbekende’ microben die in de bodem overleven en een duidelijke meerwaarde kunnen geven voor klimaatbestendigheid van bodems. Composttype, het composterings,- en rijpingsproces en de wijze van opslag spelen daarbij wel een belangrijke rol. Kortom, er zijn genoeg knoppen om aan te draaien om de gewenste microbiële gemeenschap te krijgen, bijvoorbeeld door het bijmengen van andere organische reststoffen of bijvoorbeeld klei.
In de meetmethoden en analysemogelijkheden voor bodem en meststoffen vinden grote vernieuwingen plaats. Om compost beter en anders te karakteriseren, is recentelijk door laboratorium Eurofins Agro een aantal verkennende metingen uitgevoerd. Eurofins presenteerde tijdens het symposium de eerste resultaten en liet zien wat het belang is van de karakterisatie van compost en hoe dit binnen de huidige bemestingsadviezen past. Hoeveel nutriënten, kalk en spoorelementen zitten in compost en in welke mate kan de bodem daarvan ook echt profiteren? Nog niet alle vragen zijn beantwoord en er ligt zeker nog een uitdaging om de brede set van analysemethodes voor grond ook toepasbaar te maken voor compost.