Langjarig onderzoek in Amerika toont aan dat koolstof ook wordt vastgelegd in de laag onder de bouwvoor. Alleen bemonsteren van de bouwvoor kan leiden tot verkeerde conclusies over de werkelijke koolstofvastlegging.
Het verhogen van de organische koolstof in de bodem via gewasresten en organische meststoffen, zoals compost, is een belangrijke strategie voor het vergroten van de langetermijnopslag van koolstof in de bodem en het verbeteren van het mitigatie- en adaptatiepotentieel van landbouwsystemen aan klimaatverandering.
Een langdurige proef in het mediterrane klimaat van Californië toont de effecten van koolstofbeheer bij teeltsystemen voor maïs-tomaat en tarwe-braak. De bodemkoolstof werd gemeten aan het begin van het experiment en in het 19e jaar. Daarbij hebben de onderzoekers op vijf verschillende diepten tot 2 meter diepte gekeken waarbij zij rekening hielden met veranderingen in bulkdichtheid. In de maïs-tomatenrotaties nam de organische koolstof toe met 12,6% (21,8 ton C/ha) bij zowel groenbemesters als gecomposteerd pluimveemest over het volledige profiel van 2 meter. Compost heeft zeker een vergelijkbare werking als gecomposteerde pluimveemest.
De toevoeging van groenbemesters aan een conventioneel beheerd systeem verhoogde de koolstof-voorraden met 3,5% (1,44 ton C/ha) in de laag van 0-30 cm, maar daalde met 10,8% (14,86 ton C/ha) in de laag van 30-200 cm, resulterend in totale verliezen van 13,4 ton C/ha. Als alleen bodem-koolstof in de bovenste 30 cm was gemeten, zou een toename van de totale bodem-koolstof zijn vastgesteld, terwijl in werkelijkheid significante verliezen in koolstof optraden op basis van een bodemprofiel van 2 m. Door de koolstofdynamiek van de diepere ondergrond te negeren, worden potentiële kansen voor C-vastlegging in de bodem niet herkend, wat kan leiden tot verkeerde conclusies over de impact van landbouwpraktijken op C-vastlegging.
Bron:
- CONV = referentie
- CONV + WCC = inclusief groenbemester,
- ORG = inclusief gecomposteerde pluimveemest