Op 11 april jl. organiseerde de BVOR samen met LTO en Natuur & Milieu een expertsessie over bodem-koolstofcredits. Doel van de expertsessie was het onderzoeken van de interesse in het opzetten van pilotprojecten voor bodem-koolstofcredits, geïnspireerd op een systeem zoals dat in Oostenrijk al zo’n tien jaar bestaat.
In het Oostenrijkse systeem worden boeren beloond voor het actief werken aan méér dan gemiddelde hoeveelheid humus in de bodem, en daarmee aan langjarige koolstofopslag en dus CO2-reductie. Een boer die aantoonbaar extra koolstof opslaat kan de daarmee gerealiseerde CO2-reductie verhandelen in de vorm van CO2-credits. Private partijen die hun CO2-voetafdruk willen compenseren kopen deze credits van de boeren. Enkele jaren geleden is dit project gestart vanuit een lokaal initiatief, inmiddels participeren meer dan 130 boeren uit heel Oostenrijk en is onder meer Hofer AG (Aldi) een belangrijke koper van de koolstofcredits.
De heer Dunst, projectleider van het Oostenrijkse project, zette tijdens de expertsessie het Oostenrijkse systeem uiteen. Hij benadrukte de win-win situatie die ontstaat doordat boeren niet alleen bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, maar door het werken aan het humusgehalte ook de bodemkwaliteit structureel verbeteren.
Deelnemers aan de besloten expertsessie waren (vertegenwoordigers van) agrariërs, partijen verderop in de agri-food keten, de rijksoverheid, onderzoekers en NGOs. Bij deze partijen bestond breed commitment om – ieder vanuit zijn eigen rol – een bijdrage te leveren aan het opzetten en uitvoeren van pilotprojecten voor bodem-koolstofcredits. In deze pilotprojecten wordt de haalbaarheid van een Nederlands systeem voor bodem-koolstofcredits verder uitgewerkt. De BVOR heeft aangegeven hierin een coördinerende rol te willen vervullen.