Organische stof in de bodem speelt een cruciale rol in het goed functioneren van de bodem. Werkt een hoger bodemorganisch stofgehalte ook door naar een betere waterkwaliteit? Aan de hand van data van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid en Eurofins onderzocht het RIVM deze vraag in een artikel.
In het artikel schrijft RIVM op basis van de resultaten dat deze “erop kunnen wijzen dat bodembeheermaatregelen die gericht zijn op het verhogen van het gehalte aan bodemorganische stof, mogelijk bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Vooral in permanent bouwland waar de nitraatconcentraties in het grondwater hoog zijn, zou de meeste winst te behalen kunnen zijn.” Verder schrijft het RIVM: “een agrariër kan invloed uitoefenen op het bodemorganisch stofgehalte van de bovenste 20 centimeter (bijvoorbeeld door zijn grasland niet te scheuren, groenbemesters te gebruiken en een uitgekiende bemestingsstrategie). Zo kan hij een bijdrage leveren aan het verbeteren van de bodemkwaliteit. Een verbeterde bodemkwaliteit zorgt ook voor een betere bodemstructuur waardoor planten beter kunnen wortelen en stikstof kunnen opnemen. Ook dat kan weer bijdragen aan het verminderen van nitraatuitspoeling naar het grondwater. Sturen op bodembeheermaatregelen die de bodemorganische stof verhogen, kan er dus voor zorgen dat de waterkwaliteit verbetert.