Kenmerkend aan de opwerking van organische reststromen > door BVOR-bedrijven is dat deze plaatsvinden op vergunde inrichtingen met een behoorlijke schaalgrootte.
De strenge vergunningeisen zorgen ervoor dat geen ongewenste milieu-effecten en hinder naar de omgeving optreden. De Omgevingsvergunning voor een gemiddelde inrichting bevat onder meer voorschriften voor bodembeschermende voorzieningen, het voorkomen van geur- en stofhinder en het registreren van ingaande en uitgaande materiaalstromen.
Professionele inrichtingen voor de opwerking van organische reststromen hebben een typische schaalgrootte die ligt tussen enkele duizenden en vele tienduizenden tonnen reststromen per jaar. Met elkaar vormen deze inrichtingen een landelijk dekkend netwerk, waarbij transportafstanden beperkt kunnen blijven. U vindt hier een overzicht van de locaties >.
Grootschalig of kleinschalig?
Een veelgehoord argument is dat hoogwaardige benutting van reststromen zoveel mogelijk lokaal, op kleine schaal zou moeten plaatsvinden. Dit heeft voordelen vanuit het oogpunt van logistiek. Tegelijkertijd leert de ervaring dat voor (kosten)effectieve kwaliteitszorg en certificering van processen en producten juist een bepaalde minimale schaalgrootte nodig is. Kwaliteitszorg wordt belangrijker naarmate afnemers van bio-based producten hogere eisen hieraan stellen. Daarnaast zorgt schaalgrootte ervoor dat fluctuaties in de samenstelling van reststromen gemakkelijker kunnen worden opgevangen.