De BVOR heeft namens de sector haar zienswijze ingediend op het concept-Circulair Materialen Plan (CMP), de opvolger van het Landelijk Afvalbeheersplan 3 (LAP3).
Het plan biedt overzicht, ophelderingen en aanknopingspunten om actuele ontwikkelingen in de markt beter te reguleren. Het feit dat de overheid de BVOR-publicatie over invasieve exoten als specificatie van beleid overneemt zien we als erkenning van de kwaliteitsimpuls en zelfregulering die we in onze sector toepassen.
Aan de andere kant biedt het concept-beleid nog erg veel ruimte voor interpretatie. Dat zal een goede naleving in de praktijk geen goed doen en leiden tot risico’s voor milieu, gezondheid en een eerlijke concurrentie, die zich in de praktijk nu al manifesteren. Die zorgen komen in het kort neer op drie punten: het beleid voor toepassing van het begrip “voortgezet gebruik” (versus afvalstatus) moet duidelijker, bepaalde alternatieve verwerkingsprocessen zouden beter moeten worden gereguleerd of gecontroleerd en de kans wordt gemist om de Vrijstellingsregeling Plantenresten strikter af te bakenen, wat ertoe heeft geleid dat er teveel ruimte is voor ongereguleerde toepassingen en verspreiding van schadelijke onkruidzaden en ziektekiemen.
Het CMP beoogt een bredere blik, op de hele productketen (“Afval is niet meer het eindpunt, maar een onderdeel van de materiaalcyclus”), maar de BVOR ziet in het plan te weinig verbinding met het beleidsterrein van het ministerie van LVVN, bijvoorbeeld op het gebied van (erkende) meststoffen. Ook de instrumenten en middelen die horen bij de “concrete ondersteuning van innovatieve bedrijven”, een andere hoofdprioriteit in het plan, blijven vaag en laten onze sector geen concrete ingangen of faciliteiten zien.
Dit gezegd zijnde, en met waardering voor al het werk van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en haar partners, gaat de BVOR graag in gesprek over verdere verbeteringen van het beleid.
Het CMP zal eind 2025 worden vastgesteld en is bedoeld om wet- en regelgeving (ook EU-richtlijnen) over het beheer van afvalstromen uit te voeren. Het geeft toetsingskaders voor het nemen van besluiten, zoals het verlenen van vergunningen of ontheffingen. In de woorden van het plan: “Het is een brug tussen beleid en uitvoering.” Het CMP beschrijft beleid voor 60 materiaalstromen en bevat 6 ketenplannen en 54 afvalplannen.
Voor de sector van verwerkers van organische reststromen en producenten van hernieuwbare biogrondstoffen brengt het nieuwe beleid, waarvan vooral het Afvalplan Groenafval en het Afvalplan Bioafval relevant zijn, geen grote veranderingen ten opzichte van het huidige beleid.
Download zienswijze van BVOR en een eigen samenvatting van het CMP vanuit het gezichtspunt van onze sector:
Zienswijze CMP – BVOR