Op initiatief van BVOR en LTO onderschrijven 29 partijen het manifest ‘Organische stof: leven in de Nederlandse bodem’. Zij roepen de Nederlandse politiek op het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn te benutten om de positie van organische stof in de Nederlandse meststoffenregelgeving te verbeteren. Deze verbetering moet recht doen aan het belang van organische stof voor de bodemvruchtbaarheid, de biodiversiteit, het klimaat en de circulaire economie. De manifestpartners zijn organisaties variërend van brancheorganisaties in de agri-food sector, producenten van organische bodemverbeteraars tot natuur- en milieuorganisaties.
Het manifest ‘Organische stof: leven in de Nederlandse bodem’ is vandaag, 26 oktober 2016, aangeboden aan de Vaste Kamercommissie Economische Zaken voorafgaand aan een Rondetafelgesprek over organische stof en bodemvruchtbaarheid.
Op de foto vlnr Hans Huijbers, voorzitter ZLTO, Philip Smits, voorzitter BVOR en Ingrid de Caluwé, voorzitter van het Rondetafelgesprek. (foto: Dirk Hol)
Organische stof onschatbare waarde
Organische stof in de bodem is van onschatbare waarde voor de bodemvruchtbaarheid, de biodiversiteit en voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. De gehalten organische stof in de Nederlandse bodem staan echter onder druk. In de huidige meststoffenregelgeving ligt de focus op het terugdringen van emissies van stikstof en fosfaat. Daardoor is het moeilijk voldoende organische stof aan te voeren en te komen tot integraal duurzaam bodembeheer.
Meststoffenregelgeving aanpassen
De manifestpartners vragen het Nederlands parlement om een aantal stappen te nemen zoals het aanpassen van de meststoffenregelgeving en het mogelijk maken van maatwerk in mestbeleid, beide passend binnen de milieukundige kaders. Daarnaast zijn er aanbevelingen om de toepassingsmogelijkheden voor organische bodemverbeteraars uit reststromen te verbeteren, het ‘0,4 ‰ Initiative’ uit te voeren in Nederland, betere prikkels te geven voor goed organische stofbeheer door agrariërs en duurzaam bodembeheer en goed organische stofbeheer als voorwaarde op te nemen in kortlopende pacht- en grondtransacties. Bovendien vragen zij om het faciliteren van kennisontwikkeling over organische stof in de bodem bij belanghebbenden.
Manifestpartners
Ondertekenaars van het manifest zijn naast de BVOR en LTO: Biohuis, Bionext, BoerenNatuur.nl – Agrarisch natuur- en landschapsbeheer, Brabantse Milieufederatie, Brancheorganisatie Akkerbouw, CZAV –Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging U.A., Dutch Biorefinery Cluster, FNLI – Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie, GroentenFruit Huis, LandschappenNL, Louis Bolk Instituut, Meststoffen Nederland, MVO Nederland, Natuur & Milieu, Natuurmonumenten, NAV – Nederlandse Akkerbouw Vakbond, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), NEVEDI – Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie, NMI – Nutriënten Management Instituut, Nutriëntenplatform, Rabobank Food & Agri, Stichting Veldleeuwerik, SuikerUnie, Ulebelt namens coöperatie van buurtcompostinitiatieven, Urgenda, Vereniging Afvalbedrijven, De Waard Eetbaar Landschap.
Onder met alle Tweede Kamerleden en een aantal manifestpartners die bij Rondetafelgesprek aanwezig waren.